Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wat mannelijk is, de voorhuid hebbende, [26]wiens voorhuids vlees niet zal besneden worden, [27]dezelve ziel zal uit haar volken uitgeroeid worden; hij heeft [28]Mijn verbond gebroken. 26. Welverstaande, desgenen, die, bejaard zijnde, de besnijdenis door ongeloof of verachting zou nalaten, of die de nalating van zijn ouders aan hem begaan, niet zou verbeteren, mits de besnijdenis te ontvangen. Anders, die het vlees der voorhuid niet zal besnijden. 27. Dat is, de mens zal uit de gemeenschap van Gods volk gebannen zijn. Deze manier van spreken begrijpt ook, volgens sommiger gevoelen, een lijfstraf, door de overheid uit te voeren. Verg. Ex.31:14, en Lev.17:4. 28. Zie 1 Kor.11:27,29.